De cultuurhistorische route is circa 8 km lang en start op de Beukenlaan in het centrum van landgoed Schovenhorst, nabij het informatiebord. De wandeling voert over een groot deel van het landgoed. De route is gemarkeerd met paaltjes met rode markeringen.
Een landgoed als Schovenhorst is een ensemble van bossen, bomentuinen, gebouwen en publieksvoorzieningen. Kijk je iets beter, dan zie je ook dat het een verzameling herinneringen is. Herinneringen die soms tastbaar en soms alleen herkenbaar zijn in verhalen of namen van gebouwen en plekken op het landgoed. De herinneringen verschillen in aard en tijd: de grafheuvels dateren uit de bronstijd, de handelswegen uit de middeleeuwen, de bomentuinen en gebouwen zijn vanaf 1848 aangelegd en kunstwerken zijn pas het laatste decennium geplaatst.
De cultuurhistorische wandeling is een reis door de tijd. Elke plek vertelt zijn verhaal. Er is een rijk geïllustreerd routeboekje beschikbaar waarin deze verhalen beschreven zijn. Je kunt dit boekje kopen op het landgoed in Brasserie Schovenhorst en het museum De Tien Malen. Het boekje is ook te koop bij de boekhandel of via de website van landgoed Schovenhorst. Het boekje kost € 9.95.
Bossen en bomentuinen
De historie als landgoed begon in 1848. Mr. J.H. Schober kocht een lap woeste grond, legde er een grenswal omheen en voerde er allerlei experimenten uit. Hij teelde hop en andere landbouwgewassen, en kweekte fruit in kassen en in de buitenlucht. Bosbouw bleek het meest geschikt voor deze grond. In de Ommuurde Tuin kweekte hij uit zaden boompjes op en zette deze uit in kwekerijen – de huidige bomentuinen. Daar zocht hij uit welke boomsoorten het op Schovenhorst goed deden. Mede door zijn inspanningen werd de Douglasspar een belangrijke boomsoort in de Nederlandse heidebebossingen en is deze nu van groot belang voor de binnenlandse houtproductie. Deze route voert langs de diverse experimenten en boomsoorten uit de hele wereld.
lJstijden en stuwwallen
Het aanzien van Schovenhorst is sterk door de negentiende-en twintigste-eeuwse ontginning en bebossing bepaald, maar er zijn ook sporen uit een ver verleden. Het landschap is ruim 150.000 jaar geleden ontstaan, tijdens de voorlaatste ijstijd, toen landijs vanuit het noorden tot over half Nederland schoof en enorme hoeveelheden zand, grind en stenen voor zich uit stuwde. De bekendste en tevens grootste verzameling stuwwallen in Europa kennen we nu als de Veluwe.
De Kolk
De Kolk is vermoedelijk een overblijfsel uit de voorlaatste ijstijd. ln 1847 is hij voor het eerst ingetekend op een militaire stafkaart. In 1889 schreef bosbaas E. van Donkersgoed: “Een kom of kolk die water inhout en van oude tijden daar is geweest denkelijk zoo door de Schepper zoo gemaak. Maar is later wat grooter en fatsoenlijker gemaakt door den heer Schober (stichter van het landgoed) tot drenkplaats voor zijne schapen.” Tot in het midden van de vorige eeuw stond er altijd water in de kolk. Er zijn zelfs karpers in gehouden. In 2012 is op de bodem een laag leem aangebracht, waardoor er nu weer water in blijft staan.
Grafheuvels
De eerste sporen van de mens op Schovenhorst zijn de grafheuvels. Er zijn er dertien. ln de tijd van de hunebedbouwers in Drenthe woonden er op de Veluwe landbouwers van dezelfde cultuur. Omdat het landijs hier geen grote stenen had achtergelaten, moesten hun doden op een andere manier worden begraven. Aanvankelijk gebeurde dat in kuilen, de zogenoemde vlakgraven. Mogelijk als reactie op de hunebedden begonnen de landbouwers rond 3000 voor Christus ook graven te maken met een signaalfunctie: grafheuvels. Het aantal grafheuvels in Nederland overtreft ruimschoots het aantal hunebedden en vooral voor Gelderland.
Hanze- en Prinsenwegen
Op oude kaarten van de Veluwe zie je een bont geheel aan wegen. Te midden van de wirwar aan zand- en bospaden die buurtschappen met elkaar verbond, waren er belangrijke doorgaande routes waarlangs handelswaren en post werden vervoerd. Hanzewegen dateren uit de periode van het middeleeuwse handelsverbond van Hanzesteden. De vis die in Harderwijk aan wal kwam, ging met de viskar over de Veluwe naar Arnhem. Deze route, de Arnhemse Karweg’, komt u op uw wandeling tegen. Uit de periode van de stadhouders (vanaf 1685) dateren de diverse jachtlanen en koningswegen. Via deze wegen kon de bonte volgstoet van de (koning-)stadhouder de jachtpartij goed volgen. De Oude en de Nieuwe Prinsenweg in de wandeling verwijzen naar de Prinsen van Oranje.
Bekijk de route hier.
- Categorie:
- Wandelroute